Het gebeurt wel eens dat een werknemer tijdens een sollicitatiegesprek zich beter voordoet dan hij is en aangeeft de benodigde opleiding om de functie te kunnen uitoefenen bijna te hebben afgerond. Wat kan een werkgever doen als gedurende de looptijd van de arbeidsovereenkomst duidelijk wordt dat het nog wel even duurt voordat de opleiding is afgerond? Een zorginstelling besloot de functie van de betrokken werkneemster te wijzigen en het salaris te verlagen met maar liefst twee functieschalen. De werkneemster verzette zich hier tegen en wendde zich tot de Rechtbank Gelderland. De rechtbank Gelderland heeft zich op 12 oktober 2021 hierover uitgelaten
Uitspraak rechtbank Gelderland 12 oktober 2021
De feiten
In deze zaak heeft een werkneemster gesolliciteerd bij een zorginstelling naar de functie van begeleider. In haar sollicitatiebrief heeft de werkneemster geschreven haar opleiding bijna te hebben afgerond (binnen ongeveer drie maanden). Zij heeft hierbij gezegd dat zij verwacht in mei 2021 haar diploma te ontvangen. De werkgever ging hiervan uit. Nadien bleek dit echter een veel rooskleurigere voorstelling van zaken te zijn dan in de werkelijkheid het geval was.
Op een gegeven moment werd het de werkgever duidelijk dat de opleiding niet binnen de door de werkneemster aangegeven termijn kon worden afgerond, maar op zijn vroegst negen maanden na indiensttreding. De werkneemster moest namelijk – zo bleek later – nog dertien (!) toetsen maken. Zij had dit niet genoemd bij het sollicitatiegesprek.
De werkgever stelde zich allereerst op het standpunt dat zij de arbeidsovereenkomst per direct wilde beëindigen. Zij is daar evenwel op teruggekomen en heeft de werkneemster een gewijzigde arbeidsovereenkomst aangeboden voor een lagere functie met een lager salaris dat past bij het nog volgen van een opleiding. Werkgever wilde de werkneemster wel behoudend omdat zij haar werkzaamheden wel goed uitoefende
Het voorstel tot functie- en salarisverlaging heeft de werkneemster niet geaccepteerd. Volgens de werkneemster heeft zij tijdens haar sollicitatieprocedure een realistische situatie over haar afstuderen geschetst. Het was haar – naar eigen zeggen – zelf ook niet duidelijk dat zij nog zoveel voor haar opleiding moest doen. Bovendien is een aantal keer over en weer gesproken over mogelijke vertraging en had de werkgever daar geen problemen mee, aldus de werkneemster. De werkneemster vordert in rechte om die reden doorbetaling van het hogere loon, maar de werkgever weigert dit.
Oordeel rechtbank
De rechtbank heeft het besluit van de werkgever om de werkneemster te plaatsen in een lagere functie met een lager salaris gekwalificeerd als een eenzijdig wijziging van een arbeidsvoorwaarde. Dit omdat de werkneemster niet heeft ingestemd met het wijzigen van haar functie met een lager salaris.
De rechtbank stelt de werkgever in het gelijk en overweegt dat de werkgever in deze omstandigheden gerechtigd was om dit besluit door te voeren. Volgens de rechtbank heeft de werkneemster namelijk geheel onterecht tijdens haar sollicitatie aangegeven bijna te zijn afgestudeerd. Het verweer van de werkneemster dat haar pas later duidelijk werd dat zij nog een grote hoeveelheid aan toetsen moest maken vindt de rechtbank zeer onwaarschijnlijk. De werkneemster heeft tegen beter weten in haar werkgever onjuist geïnformeerd over haar afstuderen. Vanwege deze omstandigheden is het voorstel van de werkgever redelijk. Het sluit immers ook beter aan bij de feitelijke situatie dat de werkneemster de benodigde opleiding voor de eerder overeengekomen functie nog niet had afgerond.
Visie EntzingerScheltinga
EntzingerScheltinga volgt de redenering van de rechtbank. De werkneemster heeft de werkgever onjuist geïnformeerd en is geplaatst in een functie bedoeld voor (bijna) afgestudeerden, terwijl zij niet (binnen een korte termijn) beschikte over een diploma. De werkgever mocht er vanuit gaan dat de werkneemster haar diploma binnen de gestelde termijn zou halen. Het is daarom begrijpelijk dat de werkgever de werkneemster wilde plaatsen in een functie passend bij haar opleiding. Dit laat echter onverlet dat ook de werkgever wel enige voorzorgsmaatregelen had kunnen nemen. Denk bijvoorbeeld aan het nader onderzoek doen naar de status van de opleiding, of het opnemen van een ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst.
In deze zaak heeft de werkgever ervoor gekozen om de functie eenzijdig te wijzigen. In geval een werknemer welbewust belangrijke informatie verzwijgt tijdens een sollicitatiegesprek of bijvoorbeeld liegt over een diploma kan dit onder omstandigheden bovendien een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. Dit kwam in een zaak bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in maart 2019 aan de orde.
Vragen?
Heeft u vragen over het eenzijdig wijzigen van arbeidsvoorwaarden, of over het opnemen van een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst dan wel of een bepaalde situatie een ontslag op staande voet rechtvaardigt, neem dan contact op met EntzingerScheltinga.