Geen recht op salaris voor een verslaafde werknemer

Naar het oordeel van de rechtbank Rotterdam in een recent gepubliceerde uitspraak heeft een werknemer, die te kampen had met een verslaving, geen recht op salaris bij ziekte. Dit terwijl verslaving in de rechtspraak wel wordt aangemerkt als ziekte in de zin van de wet. In deze blog legt EntzingerScheltinga de overwegingen van de rechtbank uit.

De feiten

De werknemer meldt zich op een gegeven moment ziek bij de werkgever. Acht dagen na deze ziekmelding heeft de werknemer aan de werkgever te kennen gegeven dat hij de volgende dag zich laat opnemen in een verslavingskliniek in Thailand. Een kleine vier weken later heeft de werkgever aan de werknemer medegedeeld dat de periode dat de werknemer is opgenomen in de verslavingskliniek, wordt aangemerkt als onbetaald verlof. Dit omdat de werknemer niet beschikbaar is voor een consult bij de bedrijfsarts om de mate van arbeids(on)geschiktheid te beoordelen. Later heeft de werkgever aan de werknemer medegedeeld dat de loonbetalingsverplichting in die periode in ieder geval is opgeschort totdat de werknemer gehoor geeft aan de oproep van de bedrijfsarts.

De behandelend arts van werknemer heeft verklaard dat de werknemer in de bewuste periode was opgenomen in een verslavingskliniek in Thailand.

Oordeel rechtbank

De rechter heeft zich moeten buigen over de vraag of de werknemer in de bewuste periode aanspraak had op salaris. Deze vraag heeft de rechtbank ontkennend beantwoord.

Hoewel de rechtbank kennis had genomen van de verklaring van de behandelend arts, bleek uit deze verklaring niet of werknemer als gevolg van de problematiek rondom zijn verslaving arbeidsongeschikt was tot het verrichten van werkzaamheden. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat de werknemer over deze periode aanspraak maakte op salaris bij ziekte. Om die reden heeft de rechtbank de werknemer in het ongelijk gesteld, met dien verstande dat de werknemer geen aanspraak maakte op salaris bij ziekte.

Visie EntzingerScheltinga

Hoewel het de werknemer siert dat hij pro-actief heeft gehandeld om de problematiek omtrent zijn verslaving aan te pakken, is het oordeel van de rechtbank (juridisch gezien) wel juist. Het is immers voorbehouden aan de bedrijfsarts om de mate van arbeids(on)geschiktheid te bepalen. Dit wordt ook wel het ‘controlerecht’ genoemd. De werknemer had de werkgever in de gelegenheid moeten stellen om duidelijkheid te krijgen over de ziekmelding, en dat kan enkel met een onderzoek door de bedrijfsarts.

Ingeval een werknemer geen gehoor geeft aan een oproep van de bedrijfsarts, dan komt de werkgever het recht toe om de loonbetalingsverplichting bij ziekte op te schorten. Voorwaarde hierbij is wel dat de werkgever de werknemer hiervan onverwijld van op de hoogte stelt.

Deskundigenoordeel UWV

Ingeval een werknemer in rechte doorbetaling van het loon bij ziekte wil afdwingen, dan is de werknemer in de regel gehouden om een oordeel van een verzekeringsarts van het UWV te overleggen. Hieruit moet blijken dat de werknemer – naar het oordeel van het UWV – arbeidsongeschikt is. Dit vereiste is in de wet opgenomen met het doel om de rechtspositie van de werknemer te versterken en efficiënte geschilbeslechting te bevorderen. In deze kwestie ging de rechter hieraan voorbij, vooral omdat de werknemer wel acties had ondernomen om een dergelijke verklaring te krijgen.

Er hoeft door de werknemer overigens geen oordeel van een verzekeringsarts van het UWV te worden overgelegd als de arbeidsongeschiktheid niet wordt betwist door de werkgever en/of het overleggen van een oordeel in redelijkheid niet van de werknemer kan worden gevergd.

Vragen?

Heeft u vragen naar aanleiding van een ziekmelding? Of heeft u vragen over de mogelijkheid tot het opleggen van een loonsanctie? Neem dan contact op met Niek en/of Simone. Zij denken graag met u mee.

Auteur: Simone Scheltinga
Simone Scheltinga

Meer informatie?

Neem vrijblijvend contact met ons op!

Gerelateerd